zaterdag 28 januari 2012

in het spoor van Eline




Eline Vere. Wie kent haar niet. Als je in Den Haag leeft, of liever: 's-Gravenhage, en bovendien in een huis uit 1887, is het onmogelijk niet op enig moment Eline Vere te (her)lezen. Dat ben ik op dit moment aan het doen. Eline neemt me mee naar het Haagse society-leven van rond 1885. Het leuke ervan is dat het heel herkenbaar is, omdat de plaatsten die zij bezoekt allemaal in de buurt zijn en je er zo langs kunt lopen. Tegelijk is het leven zo anders dan tegenwoordig. Het geeft wel een mooie inkijk in het leven van de "well-to-do" rond die tijd. Zo las ik gisteren over Scheveningen. Men ging in de zomer -net als tegenwoordig- naar Scheveningen. Scheveningen bestond toen vooral uit duinen en een paar villa's en hotels. Het Kurhaus was net -voor de eerste keer- gebouwd op de plaats waar het oude Badhuis van Pronk stond. Als je tegenwoordig rond het Kurhaus loopt, zie aan de zijkant, boven een souvenirwinkel, nog een gedenktegel voor de heer Pronk, die ooit besloot - met veel tegenwerking van de gemeente - dat een badhuis wel een goed idee zou zijn. Later werd hij volgens mij door de gemeente er uit gewerkt en is de gemeente het badhuis zelf gaan exploiteren omdat de gemeente inmiddels ook wel inzag dat het behoorlijk winstgevend was.


herinnering aan de vader van de badplaats, J. Pronk

Wij komen vaak in (op) Scheveningen. Het is zo heerlijk om in een stad aan zee te wonen en 's zomers en 's winters aan het strand uit te kunnen waaien. We zijn helaas niet zo'n fan van de kermiskust - naar ik begrijp de grote droom van de heer Zwolsman - die het inmiddels geworden is. Bijna alle mooie oude gebouwen zijn verdwenen, met uitzondering van het Kurhaus, dat op het nippertje nog van de sloop gered kon worden. Voor die mooie gebouwen in de plaats zijn lelijke betonnen flats en schreeuwerige etablissementen zoals Mc Donalds en het Casino in de plaats gekomen. Maar goed, het Kurhaus staat er nog. Volledig ingebouwd, waardoor het bijna niet meer opvalt. In 1885 was dat wel anders. Het was "the place to be". Er was overigens nog een pier gebouwd. Wij hebben in het Muzee in Scheveningen een leuk boekje aangeschaft " Scheveningen wordt mondain - 125 jaar Kurhaus", over de historie van het Kurhaus en met veel tekeningen en foto's; heel erg leuk. Toch vond ik het altijd lastig om me voor te stellen hoe het Kurhaus in die tijd er uit zag en gebruikt werd. Het was dus een leuke verrassing toen ik in Eline Vere een paar hoofdstukken las die hieraan gewijd zijn, en dat heel goed beschrijven. Hieronder heb ik een paar leuke passages uit het boek weergegeven.

[...]
De trammen van den Ouden Scheveningschen weg naar het Kurhaus waren
stampvol. Zij werden op de halte Anna Paulownastraat--Laan Copes
van Cattenburg bestormd door een wachtende menigte, die, in een
oogwenk, de wagens gevuld en de perrons overladen had of de imperiale
was opgeklommen. Men verdrong elkander, zeer ernstig van gelaat,
zelfs ter wille van het kleinste staanplaatsje, onbarmhartig voor
wanhopige lotgenooten, onder wie vele dames, met een overspannen
zenuwachtigheid en een bont gefladder van lichte toiletten den tram
omliepen, turende door de glazen of zij wellicht nog een zweem van
een open plekje bespeurden. De conducteurs belden; zij riepen driftig
tot de achtergeblevenen die wenkten, en daarop dadelijk den anderen
kant uitzagen, naar de, nog onzichtbare, volgende tram; want ach,
de paarden zetten zich reeds in beweging en de ernstige gezichten van
hen, die nu blijde op elkaâr gepakt zaten, glansden van gelukzaligheid,
na de overwinning.
[...]
--Het zal stampvol zijn! meende Betsy. Maar het is natuurlijk buiten,
we behoeven dus niet bang te zijn voor een plaats....

Er woei geen zuchtje door het dichte bladerweefsel, en, na een dag
van straffe, broeiende zonnehitte, scheen er bij het eerste waas van
schemering nog een looden zwaarte in de lucht te blijven hangen. Eline,
een weinig afgemat door die warmte, welke haar zeer bleek maakte,
leunde achterover, en sprak weinig; alleen blikte zij Otto een enkele
maal tusschen hare kwijnende wimpers toe met een schalke coquetterie,
vol geluk. Betsy sprak voortdurend tegen van Erlevoort, daar Henk
ook niet spraakzaam was; hij overwoog namelijk bij zichzelven of het
niet gezelliger zou geweest zijn, thuis in den tuin thee te drinken,
dan zoo dadelijk na den eten naar Scheveningen te moeten oprukken.
[...]
Maar zij waren reeds langs de villa's van den Badhuisweg, voorbij
de Galerie, langs de achterzijde van het Kurhaus omgereden en zij
hielden voor de trappen van het terras, aan den zeekant op.
[...]
Om een tafeltje, dicht bij de muziektent, zaten de Eekhofs en de
Hijdrechten, toen Betsy, Eline, Otto en Henk door het tourniquet,
dat de controleur draaien deed, éen voor éen uitkwamen, terwijl Henk
de kaarten toonde. 
[...]
Betsy intusschen, rechts en links groetende, had verklaard, dat zij
goed zouden doen, niet langer te wandelen en naar een tafeltje om te
zien; het was zeer vol.

Gelukkig, buiten zat men overal prettig, zelfs was het te verkiezen
ver van de tent te zitten; anders verging men van het lawaai... Zij
zetten zich dus een weinig terzijde, aan den kant der Conversatiezaal,
waar nog tal van tafeltjes onbezet waren, toch vóor aan het wandelpad,
zoodat zij de menigte wandelaars konden zien en door dezen gezien
worden.
[...]
Het was reeds laat; tal van menschen waren reeds vóor het laatste nummer
vertrokken, en nu het concert uit was; vloeide de menigte langzaam
door de Kurzaal weg. Zachtjes aan temperde de luidruchtigheid van
die drukke atmosfeer vol muziek, gescherts, gasgloed en bonte kleuren
zich tot een leegte en een rust, terwijl de lantaarns reeds hier en
daar waren uitgedraaid, en slechts enkele groepjes bleven zitten,
genietende van de zachte lucht, die ruimer werd, als doorgeurd met
een zilte frischheid.... Men tuurde niet meer naar elkaâr, men zag
naar de zee, naar de lucht en den bleeken melkweg...

--Het is hier heerlijk, willen we nog wat gaan zitten? vroeg Betsy.

--Laten we liever gaan toeren! drong Eline aan; tenminste als het je
niet te laat wordt en je niet gelooft, dat de paarden moê zijn, Henk.

Betsy vond Eline excentriek om in den laten avond nog te willen
toeren, maar toch lachte zusjes idée haar ook toe. En zij begaven
zich naar de achterzijde van het Kurhaus, waar hun rijtuig wachtte,
te midden van enkele andere equipages.

Eline vond, dat de wind was opgestoken en wilde vóor zitten, onder
de half opgeslagen kap, naast Otto. Betsy beval Dirk door het Van
Stolkpark naar huis te gaan.

Stil en schimachtig schemerden de villa's tusschen de vage, donkere
massa's van het geboomte, waardoor een enkele zucht, slechts somwijlen
hoorbaar, scheen te suizelen. Maar het getrappel der paarden en het
lichte geratel der wielen over het grint bedekte dat hijgen der koelte
in het loof met een luidruchtigheid, die geen woorden verbraken."

maandag 23 januari 2012

metamorfose


Vanaf het moment dat wij, als aspirant-kopers, in ons huis rondliepen, waren we er verliefd op. We wisten zeker dat we met dit huis verder wilden. Na maanden van wachten op de feitelijke oplevering, was het eindelijk zover. We konden erin! We hadden besloten enkele verbouwingen uit te (laten) voeren, zoals vloerisolatie (heel fijn met de subsidie van de gemeente) en dubbel glas. In het dubbel glas wilden we heel graag weer het glas-in-lood terug laten brengen, dat ooit in de ramen heeft gezeten maar in de loop der tijd is verdwenen. Het was een beetje nu-of-nooit. Het zou in het dubbel glas ingepakt worden. Van te voren moesten we nadenken over het ontwerp; we wilden graag iets dat zo authentiek mogelijk leek. We hebben samen regelmatig wandelingen gemaakt door de buurt om glas-in-lood te bekijken; de een wilde rood, de ander groen.... In het nabije Regentessekwartier vonden we onverwacht in de Copernicusstraat glas-in-lood dat naar ons beider smaak was en we besloten daar voor te gaan. Henk, onze glas-in-lood vakman, kwam vervolgens langs met een aantal door hem uitgetekende ontwerpen en glas-proefjes, waarna we een weekend lang verschillende kleuren en tinten glas voor onze ramen hebben geplakt om te zien wat ons het beste beviel.

proefjes








op de ramen geplakt

Nadat we een keuze hadden gemaakt en ook gekozen hadden voor gepatineerd -oud gemaakt- lood ging Henk aan de slag en was het wachten... Het zou voor kerst klaar zijn. Vlak voor kerst kregen we het bericht dat het niet ging lukken. Jammer, maar we hadden natuurlijk wel liever dat hij zijn tijd nam. Hij beloofde wel wat foto's van het glas dat al klaar was door de brievenbus te doen. En dat deed hij. Wat werd het mooi!

vol verwachting klopt ons hart..

We hebben er een paar maanden op moeten wachten, maar vorige week was het eindelijk zover! Ons glas-in-lood is eindelijk in onze bovenlichten geplaatst. Het was een indrukwekkend moment om het glas ineens in levende lijve in onze gang te zien staan, voordat het in de ramen werd geplaatst. En 's avonds, toen we uit ons werk thuiskwamen zat het erin. Het was net of we een oud grachtenpand binnenwandelden... (en we wonen niet eens aan een gracht)! ;-) Werkelijk schitterend. We hebben een hele tijd met open mond naar de ramen staan staren. Het was nog veel mooier dan we hadden verwacht. Ons huis is nu opgesierd met schitterende glas-in-lood ramen, gemaakt door een meesterlijke vakman. We zijn er ontzettend blij mee en genieten elke dag. Ik heb al menig foto ervan gemaakt en zelfs ramen zemen is nu leuk! Zie hieronder de voor en na foto's! 

voor

na

voor
na


voor


na

Elandkrant

Op verzoek van de Elandkrant heb ik een stukje geschreven over de geschiedenis van ons huis.
Het is ook gepubliceerd op de website van het Zeeheldenkwartier: http://www.zeeheldenkwartier.nl/krant/EK_12febr.pdf

ontdekkingsreizigers


Er zijn van die dingen waar je heel erg blij van kan worden. Een van die dingen is voor ons  bijvoorbeeld ons huis. Een statig oud huis uit 1887 dat op zijn eigen manier uniek is. Alle huizen uit de buurt die misschien op dezelfde manier gebouwd zijn, zijn na 120 jaar veranderd en allemaal dus uniek. Een huis van zo'n respectabele leeftijd verdient respect. Wij beleven het wonen in ons huis als een ontdekkingstocht. We zijn niet alleen nieuwsgierig naar wie er allemaal sinds 1887 in ons huis hebben gewoond, maar ook naar "de botten" van ons huis. Hoe zag het er oorspronkelijk uit? Zoals ik al eerder postte, was er nog geen cv -uiteraard- of badkamer. In de loop der tijd zijn allerlei zaken toegevoegd of verstopt. Laag na laag is er bij gekomen, elke nieuwe bewoner heeft er het zijne mee gedaan -of niet. Zo is er een verlaagd plafond in de gang gemaakt. Niet alleen handig voor extra bergruimte, maar ook om een extra deur -naar ik aanneem tegen de kou- in te kunnen maken. En om de leidingen die over het originele plafond lopen - gas, water, elektriciteit en cv - te verstoppen. In de kerstvakantie hebben wij het verlaagd plafond er weer uitgesloopt. Nieuwsgierig als we zijn en met de behoefte om ons huis goed te leren kennen -geen no-go areas- hadden we al een paar keer met een lamp bekeken hoe "slecht" de situatie boven het verlaagde plafond er voor stond. Dat bleek best mee te vallen. Tenminste, als je leidingen en schade aan het stucwerk geen probleem vindt. Inmiddels is er weer veel licht want het verlaagde plafond hing voor het raam. Dat komt goed uit voor het glas in lood dat binnenkort in het raam komt. Op de muren was dik over het behang heengestukt. Flinke lagen die we nog moeten verwijderen. Enorme gaten in de muren waar XXL pluggen in hebben gezeten. Maar we hebben er plezier in en zien de gang als een mooi proefproject voor het ontwikkelen van onze klus-skills. Het is niet groot dus lekker overzichtelijk, het heeft toch veel elementen voor een renovatie en de troep is binnen een half uur op te ruimen dan wel uit het zicht te brengen zodat je in de rest van je huis zonder troep rustig verder kunt leven. Een kennis is renovateur van ornamentenplafonds en die komt binnenkort de schade opnemen en vertellen hoe het verholpen kan worden. Ondertussen zullen we zelf de muren schoonpoetsen (laag na laag), gaten vullen, stuken of behangen, de leidingen oppoetsen, alles schilderen en de vloer betegelen. Het wordt vast heel erg mooi!
paneel verborgen achter triplex plaat
Zo pelden we dit weekend weer een laagje af. In onze woonkamer naast de tuindeuren zaten gladde boardpanelen op de muren. Er tekenden zich vaag wat puntjes af op de boards en ook op de zijkant leek er iets op getimmerd te zijn.

We hadden het vermoeden dat achter deze boards wel eens hele mooie oude panelen zouden kunnen zitten. Het bleek te kloppen! Na wat voorzichting sloopwerk kwam het tevoorschijn. Is het niet mooi? Er moet nog wat hersteld en opgepoetst worden, maar je ziet nu al het potentieel. Het past zoveel beter in het huis. Zo is het vroeger bedoeld geweest.
hallo paneel!
paneel 2.0
Dezelfde panelen zitten ook achter de cv in de woonkamer (achter de radiatorombouw). Ook hier moet nog wel wat opgeknapt worden voordat dat weer toonbaar is. 

panelen achter radiator

Dezelfde panelen zitten ook in de oude deuren in huis. Zelf vind ik de keukendeur ook bijzonder mooi, omdat hij niet alleen de oude panelen heeft, maar ook het oude glas. Ook al zijn alle deuren verzakt en scheef, ik vind ze prachtig!

keukendeur

Het geeft een goed gevoel om het huis laagje voor laagje af te kunnen pellen tot zijn oorspronkelijke vorm. Een plafond dat verstopt heeft gezeten in het donker, een houten paneel dat achter een stuk board zat; ineens is er weer licht en kan het weer ademen! Het voelt ook een beetje als het huis in ere herstellen. In ruil daarvoor krijgen we telkens nieuwe cadeautjes van ons huis. Het voelt als een ontdekkingstocht en wij zijn ontdekkingsreizigers.

feestdagen


De feestdagen zijn leuk en gezellig en druk. Het is fijn om familie en vrienden weer te zien. Tussen de sociale dingen door proberen we ook wat tijd voor onszelf vrij te maken. Dat valt niet altijd mee. Ons huis vraagt ook nog steeds de nodige aandacht en tijd. Zo waren we de afgelopen drie dagen weer aan het klussen. We hebben het verlaagde plafond in de gang verwijderd. Dat gaf enorm veel rommel! Maar leverde ook veel licht en ruimte op, want het verlaagde plafond zat ongeveer een meter onder het originele plafond.
Het was dichtgetimmerd en werd door de vorige bewoners als extra opbergruimte gebruikt. Er kwamen onder meer oude studieboeken te voorschijn, oud behang in een sixties print, en een IKEA gids van 10 jaar geleden... Het plafond bedekte het raam boven de voordeur grotendeels. Aan de onderkant was een gipsplaat bevestigd met inbouwspotjes. Alles is nu verwijderd. Dat betekent ook dat je de leidingen (cv, gas, elektra, water) weer ziet. Op zich vinden we dat niet erg, als het netjes is afgewerkt. We zullen de komende tijd wel druk zijn met het opknappen van onze gang. Ondertussen werkt Henk, onze glas-in-lood expert aan nieuwe bovenlichten voor ons huis. Hij heeft wat foto's van het voorlopige resultaat langs gebracht. Het wordt nog ingepakt in dubbel glas; dat vind ik best wel jammer want ik vermoed dat je dan de mooie glasstructuur minder goed ziet, maar het is wel beter voor de isolatie. Boven de voordeur gaat het er zo uit zien:
Het ontwerp is van onszelf, maar is een goede kopie van een authentiek voorbeeld in de buurt. Ik vind het zo mooi, kan niet wachten tot het er in zit!

vorige bewoners: april 1910-maart 1923


Op 29 april 1910 woonde de heer Hendrik Wilhelm Maal, geboren op 9 april 1879, op de Van Speijkstraat. Hij was onderwijzer en was getrouwd met Cornelia Maria Johanna Waardeloo. Ze verhuisden op 2 maart 1923 naar de Van Diemenstraat 180; om de hoek dus. Het echtpaar Maal kreeg vier kinderen.

Op 7 september 1921 kwam Hubertus Josephus (Jos) Schutgens op de Van Speijkstraat inwonen. Jos Schutgens, geboren op 18 oktober 1898, was leraar B.L.O. (Buitengewoon Lager Onderwijs). Wellicht kende hij de heer Maal uit het onderwijs. Hij verhuisde tegelijk met de familie Maal op 2 maart 1923 naar de Van Diemenstraat 180. Op 25 april 1928 trouwde hij met een van de dochters van de familie Maal, Anna Gerarda Maria Maal, geboren op 4 januari 1908.

Naar alle waarschijnlijkheid werkte de heer Schutgens als leraar op de Vincentius school aan het Westeinde 99 in Den Haag. Ik meen hem te hebben gevonden op een foto van het onderwijspersoneel uit 1920 (tweede van links; boven). Hij moet daar ongeveer 22 jaar zijn. De Vincentiusschool was een RK-school die op 2 juli 1849 is opgericht door de Vincentius Vereniging in Den Haag. Vanaf 1861 wordt het onderwijs verzorgd door de Broeders van Maastricht. Het gebouw bestaat inmiddels niet meer. De school bestaat nog wel, onder de naam Carolus school.
Vincentius school
Overigens keerde de heer Schutgens op 2 november 1925 terug naar de Van Speijkstraat, maar dan naar het huis ernaast: nummer 186. Op 5 mei 1926 verhuisde hij naar nummer 169A; het huis ertegenover. In 1929 verhuisde hij - inmiddels getrouwd met Anna Gerarda Maria Maal - naar Limburg, waar hij vandaan kwam.

Van Speijkstraat in 1905
(HGA)

vroegere bewoners: februari 1923 - augustus 1926

Het onderzoek naar ons huis vordert gestaag. Ik verwacht niet meteen alle antwoorden te vinden - wat zijn die trouwens? - maar vind het leuk om te speuren en steeds weer iets nieuws te ontdekken. Zoals ik al eerder schreef leidt dit vaak tot nieuwe vragen. Het archiefmateriaal is niet altijd duidelijk en soms moet je zaken interpreteren. Daarnaast is niet alles bewaard gebleven.
datering huizen: ons blok werd afgebouwd in 1887
De laatste dagen ben ik bij het Haags Gemeente Archief (HGA) geweest. Het liefst ga je meteen aan de slag, maar het is zinvol je eerst te verdiepen in hoe je moet zoeken. Bij het HGA leerde ik hoe ik het het beste kan aanpakken. Bij mij, zoals bij de meeste mensen, draait het om 3 zoekvragen: (1) wie waren de eigenaren van mijn huis, (2) wie waren de bewoners en (3) wat is de bouwgeschiedenis. Ik hoorde dat er mogelijk wel bouwtekeningen van ons huis bewaard zijn gebleven, in tegenstelling tot wat men mij eerder mededeelde op het kantoor aan de Loosduinse weg. De oude bouwtekeningen staan op microfiche. Ik had besloten me eerst op een makkelijke zoekvraag (dacht ik) te richten: het vinden van de oude bouwtekening. Aanknopingspunt: het blok huizen is afgebouwd in 1887 (staat op de gevel op de hoek).

oude bouwtekening van de huizen naast ons
In een bak met microfiches kon ik vervolgens voor die periode naar bij de Bouwpolitie ingediende bouwaanvragen voor de Van Speijkstraat zoeken. Ik vond 3 fiches met aanvragen vanaf ongeveer 1881 tot 1900. De laatste, meest recente aanvragen, hadden waarschijnlijk betrekking op verbouwingen. Het lezen van oude handschriften is niet zo makkelijk als je dat niet gewend bent. Veel krullen en sommige letters werden anders geschreven dan nu gebruikelijk is. Een andere complicatie is dat de huisnummers niet hoeven te corresponderen met de nummers van de aanvragen. Het ging tenslotte in die tijd om nieuwbouw en soms waren er nog geen huisnummers. Ik vond een nummer dat mogelijk de bouwtekening van ons huis bevatte. Het ging om een bouwaanvraag voor 6 woningen op de hoek Van Speijkstraat-Van Diemenstraat. Maar er zijn vier van deze hoeken... Blijkbaar was het niet gebruikelijk om in die tijd op de bouwtekening aan te geven waar het N/O/Z/W lag, zodat je het beter kunt plaatsen;  het is dus een kwestie van goed kijken. Naar details als spijlen tussen ramen, kopjes of andere ornamenten boven de ramen. Het bleek niet om ons huizenblok te gaan. Verder zoeken dus. Eigenlijk is het dan een kwestie van afvinken. Eerst de bouwtekeningen bekijken die de meest gerede kandidaat zijn en zo vervolgens alle bouwtekeningen bekijken tot je de jouwe hebt gevonden. Een tijdrovende klus. Ik heb onze tekeningen dan ook nog niet gevonden. Wel heb ik de bouwtekeningen gevonden van 6 woningen aan de andere hoek van onze straat, hoek Roggeveenstraat. Deze huizen zijn aan de gevel te zien op exact dezelfde wijze gebouwd als de onze. Het ligt dus voor de hand dat het interieur ook hetzelfde was. Op die tekeningen is te zien dat er in deze huizen oorspronkelijk een tussenkamer -alkoof - is gebouwd geweest. Ik vermoed deze indeling ook voor ons huis. Op onze houten vloer zie je namelijk ook verkleuringen (het hout is lichter) op de plaats waar de muren van de alkoof hebben gestaan. Daarnaast hebben we van een restaurauteur van ornamentenplafonds vernomen dat aan de ornamentenplafonds ook te zien is dat er een tussenkamer in gezeten heeft. De ornamenten werden namelijk altijd op een vaste afstand van muren of ensuites gemaakt. Als er geen tussenkamer maar een ensuite in had gezeten, waren de ornamentenplafonds groter geweest en hadden ze verder doorgelopen naar het midden van de kamer. Een logische verklaring. Het lijkt mij ook voor de hand te liggen dat de bouwer/aanvrager van de bouw van dit huizenblok ook die van ons huis is geweest. Dus wellicht vind ik hier een aanwijzing naar onze bouwtekeningen. Daarvoor moet ik weer terug naar het archief.

Inmiddels weet ik van het archief ook wie gedurende de periode 1913-1939 de hoofdbewoners van ons huis waren. Dit is te vinden in het Woningregister. Dit bevat echter alleen de gegevens van bovengenoemde periode. Toch spreekt het al flink tot de verbeelding. Een verdere zoektocht naar de overige perioden ga ik nog ondernemen. Met de namen van deze hoofdbewoners ben ik vervolgens in het digitale bevolkingsregister van de gemeente DH en op google gaan zoeken. Ik weet dus inmiddels een stukje meer.

Een hiervan wil ik alvast uitlichten. Er loopt een lijn van ons huis naar Paleis Noordeinde en weer terug. Den Haag wordt niet voor niets de Hofstad genoemd en veel personeel van het Koninklijk Huis werd gehuisvest in wijken dichtbij het Paleis, zoals het Zeeheldenkwartier, dat - zoals ik al eerder vermeldde - in de jaren 80 van de 19e eeuw een nieuwbouwwijk was.

Twee van onze bewoners, beiden werkzaam voor de koninklijke familie, hebben met elkaar stuivertje gewisseld van adres. Een ervan werkte 40 jaar voor het Koninklijk Huis. Zijn foto is zelfs te vinden in het Nationaal Archief (zie bijgaand).

Corstiaan Bos

De heer Corstiaan Bos, geboren op 2 februari 1855, werkte op 15 juni 1908 als koetsier van Hare Majesteit de Koningin (Wilhelmina) en woonde op Noordeinde 66. Dit is het huis naast Paleis Noordeinde, dat tegenwoordig gebruikt wordt als werkpaleis van Kroonprins Willem-Alexander en Prinses Maxima. De heer Bos verhuisde op 7 november 1925 naar ons huis in de Van Speijkstraat. Hij was toen inmiddels concierge van het Kroondomein. Een kroondomein is het prive-bezit van een monarch. De foto is naar ik aanneem gemaakt ter gelegenheid van zijn 40-jaar dienstjubileum. Hij bleef overigens maar heel kort op de Van Speijkstraat wonen: iets minder dan een jaar. Op 19 augustus 1926 verhuisde hij alweer. De heer Bos was getrouwd met Trijntje Bouwer, afkomstig uit Gouda.

Toen de heer Bos op de Van Speijkstraat kwam wonen, verhuisde de heer Johannes Nicolaas Meeuwsen naar Noordeinde 66. De heer Meeuwsen, geboren op 12 juli 1887, werkte als hoefsmid. Hij kwam op 9 februari 1923 op de Van Speijkstraat wonen. Tegelijkertijd woonde een zekere heer Cornelis Frederik Adrianus Hermans, geboren op 31 mei 1853, bij hem in. Dit was zijn -al behoorlijk op leeftijd zijnde- schoonvader. De echtgenote van de heer Meeuwsen, Maria Elisabeth Petronella Hermans, geboren op 9 februari 1882. Op 4 november 1925 verhuisde de heer Meeuwsen naar Noordeinde 66 waar hij waarschijnlijk als hoefsmid voor het Paleis werkte. Misschien kreeg hij zijn baan op het Paleis zelfs via de heer Bos. De heer Meeuwsen verhuisde op 20 oktober 1937 van Noordeinde 66 naar Alexanderstraat 9. Ook dit pand was eigendom van de koninklijke familie. Uit een "Verslag betreffende de toestand van het Kroondomein gedurende het jaar 1937" dat aan de Tweede Kamer is gestuurd door de toenmalige minister van Financien, blijkt dat op 1 oktober 1937 de bureaux der hoofdadministratie van het Kroondomein werd verplaatst van het perceel Noordeinde 66 naar Alexanderstraat 9, alwaar het "archief op overzichtelijk wijze werd gerangschikt op stalen rekken."... Was getekend: "De administrateur van het Kroondomein, Repelaer van Driel". Zulke mooie namen kom je tegenwoordig niet veel meer tegen.

Paleis Noordeinde 66

huisdetective: 1924, 1926-1931


Het wonen in een huis uit 1887 doet je onmiddellijk verbonden voelen met de historie. Het is mooi om ook onderdeel te zijn van het leven van dit huis. Het stamt uit 1887 en hoorde bij de eerste grote stadsuitbreidingen van Den Haag. Nadat het centrum vol raakte moest snel uitbreiding gezocht worden voor de bevolkingsgroei. Het werden o.a. het Zeeheldenkwartier en de Archipel. Voor het Zeeheldenkwartier werd het "Kleine Veentje" gebruikt, een veenpolder die lag tussen Huis Zorgvliet en de Laan van Meerdervoort aan de noordkant, de Veenlaan en het Noordeinde in het oosten, de gracht van de Noordwal in het zuiden en de Beeklaan in het westen. Dit valt te lezen op de website met de geschiedenis van de Elandstraatkerk die rond dezelfde tijd is gebouwd. Zie voor meer info deze link naar de geschiedenis van de Elandstraatkerk.



In onze straat, de Van Speijkstraat, zijn verschillende bouwstijlen te herkennen. Op deze link is meer info te vinden over de geschiedenis van de Van Speijkstraat in het Zeeheldenkwartier. Het oudste deel van de straat, aan de overkant van de Zoutmanstraat, kent grotere huizen. Het eerste huis in de Van Speijkstraat is een villa die een heer van stand liet bouwen omdat hij zo graag aan de rand van de stad woonde en uit wilde kijken over het Scheveningse Bos. Inmiddels is deze villa volledig ingebouwd en ingesloten door de Laan van Meerdervoort-Javastraat, en in gebruik als - hoe kan het ook anders - kantoorpand. Aan onze kant van de Zoutmanstraat zijn de huizen kleiner en anders gebouwd. Beneden- en bovenwoningen, oorspronkelijk al bedoeld als verschillende woningen met ieder een eigen ingang en huisnummer. Uit historische kranten maak ik op dat de eigendom van de woningen wel als een geheel werden verkocht. De splitsing van deze woningen in verschillende appartementsrechten kwam pas later, in de jaren 70/80.

Inmiddels mag ik mijzelf wel een huisdetective noemen. Dat zijn mensen die onderzoek doen naar de geschiedenis van hun huis. Internet is bij het onderzoek onmisbaar. Ik heb een aantal leads van waaruit ik verder zoek. Dat onderzoek zal ik voortzetten in het gemeente archief. Ik ben al eens bij de afdeling bouwzaken van de gemeente geweest maar daar werd me verteld dat er een geen bouwtekeningen zijn bewaard van de periode voor 1920/1925. Alleen als er ooit een aanvraag voor een verbouwingsvergunning is gedaan na die tijd, is dat bewaard. Dat was voor onze woning niet het geval.
de Arduinse wasbak die we in de kruipruimte vonden
Het wonen in zo'n oud huis is een beetje een ontdekkingstocht. Elke keer ontdek je weer iets nieuws en meer over je huis. Dat roept dan vaak ook weer vragen op. Zo vonden we bij het openmaken van de kruipruimte een oude Arduinse (belgisch hardsteen uit de Ardennen) wasbak. Die was waarschijnlijk bij de bouw van het huis gebroken (in drie stukken) en in de kruipruimte gegooid. Een van de vragen die de wasbak bij ons opriep was: komt hij oorspronkelijk uit de keuken? Nee, want de bak is niet diep genoeg. Waarschijnlijk was die bak bedoeld om de was te doen op het plaatsje, dat een open ruimte was naast de keuken. Inmiddels is het plaatsje onze "machinekamer": de plek waar onze apparaten (wasmachine, droger, afwasmachine) trouw hun werk doen. We hebben de wasbak uit de kruipruimte getild en deze wordt inmiddels hergebruikt in onze tuin. Hij staat nu nog vol met planten, maar we denken nog na over een andere bestemming als we de tuin t.z.t. hebben gereorganiseerd.

We hebben geluk met ons huis. De meeste grote "moderniseringen" zijn aan ons huis voorbij gegaan. Wellicht komt dat omdat - volgens onze overbuurman wiens familie al 3 generaties in hun huis woont - gedurende heel lange tijd dezelfde (oude) mensen hebben gewoond. Geen open keuken, kookeilanden of togen, geen andere doorbraken of slopen van muren of iets dergelijks, uiteraard met uitzondering van enkele noodzakelijke veranderingen die nodig waren om met de tijd mee te gaan. Het is toch wel fijn om elektriciteit, cv en een badkamer te hebben... De originele grenen paneeldeuren zijn nog aanwezig. Er zijn ook nog mooie panelen aanwezig achter de cv in de woonkamer, ontdekten we toen we de radiotor-ombouw weghaalden om e.e.a. schoon te maken. Inmiddels zijn deze mooie panelen weer even verstopt achter de ombouw, maar ze staan op het lijstje om in volle glorie te herstellen.

mooie panelen achter de radiator

De originele oude Amerikaans grenen vloer ligt er nog in (met uitzonderingen van -helaas- een paar planken die vervangen moesten worden wegens houtworm). De schouwen zitten er nog in, redelijk ongeschonden maar wel toe aan wat TLC. Het waren ooit gaskachels. Die zijn verdwenen. Mogelijk dat we in de toekomst weer iets dergelijks terugbrengen, maar vooralsnog doen de schouwen het gewoon perfect als sfeermakers.


De beide ornamenten stucplafonds zijn nog aanwezig; de een duidelijk in veel betere conditie dan de ander: dit sterkt ons in ons vermoeden dat het huis - mogelijk in de jaren 80 - verhuurd is geweest in twee delen waarbij de woonkamer is opgedeeld.
ornamentenplafond waar vroeger gaslamp hing

Er zijn ook zaken verdwenen. Het glas in lood bijvoorbeeld. Maar er wordt op dit moment hard gewerkt om dit weer terug te brengen. Als het goed is gaat het hier op lijken:
zo hadden we ons glas in lood in gedachten

Mogelijk heeft er een ensuite in gezeten of een tussenkamer - een alkoof. Bij onze bovenburen is de ensuite nog aanwezig in de woonkamer.

Het interieur van de huizen werd verschillend gebouwd. Het is dus mogelijk dat wij geen ensuite maar een alkoof in het huis hadden. Dit vermoed ik ook gelet op de sporen van muren op onze vloer. De vloer is daar lichter van kleur. Daarnaast heb ik ontdekt dat in de jaren 30 een familie met veel kinderen in ons huis woonden... Die tussenkamer was dus wel broodnodig.

Het onderzoek brengt je ook terug naar andere tijden, waarin zaken die voor nu gewoon zijn helemaal niet gewoon waren. Zoals een badkamer in je huis. In ons huis zat oorspronkelijk geen badkamer. Er werd gebaad in een badhuis. Er was geen elektriciteit. Gas was in 1887 heel gebruikelijk en de verwarming en lamp draaiden op gas. En uiteraard is de cv ook van zeer veel later. Om ons huis van een badkamer te voorzien is de gang opgedeeld. Vroeger liep er een lange gang van voordeur tot keuken, met aan een zijde 2 deuren naar de woonkamer (waar in het midden naar ik aanneem een alkoof zat) en 2 deuren aan de andere zijde van de gang, een voor een gangkast en een voor het toilet. De keuken had een deur naar het plaatsje. De achterwoonkamer had openslaande deuren naar de tuin (of het erf, zoals dat ook wel genoemd werd). Op het erf bevond zich, dat blijkt uit oude kranten uit de jaren 20, soms ook een brandstoffenhok. De keuken was voorzien van een grote schouw met fornuis om op te koken. Deze schouw is niet meer aanwezig in onze keuken. Op die plaats is een cv-ketel opgehangen. Bij veel huizen in de buurt zit zo'n schouw nog wel in de keuken, zoals op deze foto te zien is.

Bij de renovatie van onze keuken zullen we trachten de schouw met fornuis te herstellen.
De tegels die gebruikt zijn in de keuken (en waarover heen is geschilderd) zijn donkerroodbruin glanzend geglazuurd. Erg jaren 70, maar omdat de tegels onder de raamkozijnen aan de achterkant van het huis hetzelfde zijn, en ook bij de buren, vermoed ik dat deze toch origineel zijn. Ze zijn gemaakt bij een tegelfabriek hier in Den Haag, niet ver hiervandaan.

Het is een speurtocht om te ontdekken hoe het huis er in originele staat uit heeft gezien en hoe het is veranderd in de loop der tijd. En wie hebben er gewoond? Via een advertentie in het Utrechts Nieuwsblad uit de jaren 30 kwam ik erachter dat de heer Th. B. Fortman, een koopman, hier heeft gewoond. Zijn faillissement werd gepubliceerd in het Utrechts Nieuwsblad van 28 november 1931.

De heer Theodorus Bernardus Fortman is op 13 maart 1895 in Vlaardingen geboren. Blijkens het afschrift uit de burgerlijke stand is hij op 12 mei 1914 in Den Haag komen wonen. Op 21 augustus 1926 verhuisde hij, 31 jaar oud, naar de Van Speijkstraat 192. Als beroep had hij eerst bediende, later manufacturier. Uit het faillissement uit 1931 weten wij dat hij toen koopman was. De heer Fortman was op 13 april 1921 getrouwd met Jacoba Susanna Clement, geboren op 20 juni 1898 te Den Haag. Zij kregen samen 7 kinderen, waarvan 4 op de Van Speijkstraat. Een vijfde kind werd geboren 1 dag voor de verhuizing naar de Van Speijkstraat, op 20 augustus 1926. Je vraagt je wel eens af hoe zo'n groot gezin in een huis woonde waar wij nu met zijn 2-en wonen. Waarschijnlijk was de alkoof in gebruik als ouderslaapkamer en sliepen alle kinderen in de uitbouw? Het was vroeger heel normaal om kinderen slaapkamers te laten delen.
Ik kan mij zo voorstellen dat de familie Fortman, zijnde katholiek, ook regelmatig in de Elandkerk kwam.


Het is mij niet duidelijk of de heer Fortman na zijn faillissement nog lange tijd in het huis is blijven wonen. Een van zijn dochters, Teresia Maria Bleijswijk-Fortman, geboren op 12 mei 1931 - en hoogstwaarschijnlijk op de Van Speijkstraat aangezien deze datum ligt voor het faillissement en de heer Fortman op de datum van het faillissement nog op de Van Speijkstraat woonde, is actief in de St Bartholomeus Parochie van de RK Kerk te Voorhout. [lead]

Een van de zonen van het echtpaar Fortman, Franciscus Ignatius, werd geboren op 30 mei 1924. Hij trouwde met Theodora (Thea) Conradi, geboren op 11 oktober 1927 te Den Haag. [lead]

Ons huis is -zo blijkt uit een advertentie uit Het Vaderland van 24 mei 1924- bij veiling ter verkoop aangeboden. Uit de historische kranten blijkt dat het aanbieden en verkopen van huizen ter veiling gewoon was. Ik vermoed dat de makelaars toen nog niet bestonden...


"Bij veiling d.d. 20 mei 1924, ten overstaan van notaris H. Heijnen te s Gravenhage, zijn ingezet: 
3 boven en benedenhuizen aan de Van Speijkstraat 182/184, 186/188 en 190/192 ieder op f 11.700,-.
De gunning zal plaats hebben op dinsdag 27 mei 1924 om 2 uur in het Venduehuis der Notarissen, Nobelstraat 5 te s Gravenhage." [lead]


** Van onze overburen hoorde ik dat er gedurende lange tijd een gevangenbewaarder in ons huis heeft gewoond. [lead]

** Op 2 april 1986 heeft Metterwoon Vastgoed BV de eigendom verkregen van het pand met bijbehorende grond aan de Van Speijkstraat 190-192 te Den Haag. Metterwoon heeft op 30 september 1986 het pand in appartementsrechten laten splitsen bij Notaris Peter Jacob Busch aan de Statenlaan 105 in Den Haag. [lead]

Ik denk dat ik binnenkort eens een tijdlijn moet maken.